Om met elkaar in gesprek te zijn, hoef je niet altijd tegenover elkaar te zitten. Het kan juist fijn zijn om bijvoorbeeld tijdens het wandelen te kunnen praten. Wandelen kan een ontspannen bezigheid zijn die je hoofd ruimte geeft om te ordenen. Tijdens het wandelen kun je oog hebben voor de stilte in de natuur, en kun je ook heel goed bij je eigen gevoelens komen.
In je eigen omgeving waar het vertrouwd is en vele herinneringen zijn, kan als prettig worden ervaren. Door vragen te stellen over wat ik in de ruimte zie, door gebruik te maken van foto’s of voorwerpen kan heel direct een gespreksonderwerp ontstaan. Dit gespreksonderwerp kan de begeleiding verdiepen en verder brengen.